Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zijn broeder [38]Asaf stond aan zijn rechter[zijde]; Asaf was de zoon van [39]Berechja, den zoon van Simea, 38. Versta dit alzo, dat deze Asaf geweest is de broeder, dat is, de bloedverwant van Heman, waarvan vs.33 gesproken wordt, en wiens voorouders tot hiertoe verhaald zijn. Deze Heman nu stond met de zijnen, als hij zijn ambt bediende, in het midden. Asaf stond aan de rechterhand van Heman in de bediening van zijn ambt, gelijk de nakomelingen van Merari tot zijn linkerhand stonden, vs.44. 39. Hebreeuws, Berechijahu.